De Tao van het vliegen
Vliegen, zelfstandig het
luchtruim kiezen, een vliegtuig besturen, is een passie voor velen.
Het is geen vrijblijvend
tijdverdrijf, het is een passie, die het waard is dat het bloed, zweet en
tranen, inclusief een forse handvol geld kost. Het ‘zelfstandig besturen van
een vliegtuig’ is ook een bron van wijsheid.
Ik geef daarbij een
knipoog naar de Tao, de bron van oude Chinese wijsheid.
Een knipoog, en, voor wie
daarvoor gevoelig is, iets méér dan een knipoog naar onze moderne hang naar
zingeving en de “noden van de ziel”.
Voor het leven geldt dat
precies zo. Wees niet krampachtig bezig met het leven te leven, het leven
ontrolt zich vanzelf. Een beetje bijsturen is meestal voldoende. Volg de
‘flow’, vecht niet tegen de stroom in. Je wordt dan alleen maar moe.
Kan ik de zaak dan maar
gewoon op z’n beloop laten? Ook daar vond ik in de cockpit een antwoord.
Vechtend tegen de turbulentie en de crosswind op finals, zwabberend als een
zwangere eend, zei mijn instructeur soms: wie is hier de baas? Jij of dat
vliegtuig? Inderdaad, ik ben de baas en niet het vliegtuig. Ik bepaal waar we
heen gaan en alleen dan kan ik de confrontatie met de situatie aan. Kijk niet
voortdurend vlak voor de neus, maar houd het oog op het einde van de baan. Dáár
moet je heen.
Ik moest ook weer aan dat
principe denken toen ik laatst op een Afrikaans vliegveld stond voor de
incheckbalie. Het proces liep vast omdat de computer uitviel. De rijen voor de
balies werden steeds langer, en het personeel wist niet wat te doen. Op enig
moment besloten ze met de hand te gaan inchecken, en even later kwam de
computer weer online. Stoppen met het handmatige proces, maar het was maar een
paar minuten dat de computer online was. Enfin, dat ging zo een uur door. Het
gevolg was dat de chaos bleef en iedereen steeds meer geïrriteerd raakte. Het
was duidelijk dat het beste was geweest om op een zeker moment de beslissing te
nemen: handmatig inchecken. Iedereen weet dan waar hij aan toe is en je kunt je
geconcentreerd daarop richten. Het is uiteindelijk effectiever, omdat je niet
telkens hoeft om te schakelen en je werk wéér te veranderen. Uiteindelijk vertrok
de kist met een stevige vertraging. Bij het instappen was het een bende omdat
heel veel stoelen dubbel bezet waren: de één was door de computer daar neer
gezet, de ander ‘met de hand‘.
Vaak in mijn dagelijks
leven denk ik aan de noodlandingprocedure: doorgaan met gemaakt plan, tenzij er
dwingende reden is voor herziening.
In dezelfde lijn ligt
datgene wat we leren van het “blind”-vliegen. Effectief vliegen op instrumenten
kun je niet wanneer je voortdurend álle instrumenten in de gaten houdt. Het is
belangrijk om een aantal primaire instrumenten voortdurend te scannen (horizon,
hoogte, snelheid) en de andere van tijd tot tijd (secondary cycle). Alleen dan
kun je de informatie goed managen. Dit is precies wat relevant is voor het
dagelijks leven. We worden voortdurend gebombardeerd met informatie, het tempo
is hoog, we proberen overeind te blijven temidden van de jachtige
gebeurtenissen. Dán is het belangrijk om de rust vast te houden door je te
concentreren op een paar belangrijke dingen. Die dingen, dáár gaat het om. En de
rest kan tijd en aandacht krijgen als het nodig is. Definieer prioriteiten en
houd daaraan vast. Zonder prioriteitsstelling wordt het zeker een chaos.
Van die eerste uren in de
cockpit herinner ik me ook dat ik de neiging had gebiologeerd naar al die metertjes
te blijven kijken. Hoogte, snelheid, koers, VSI, motorinstrumenten. Het slorpte
al mijn aandacht op. Het gevolg was dat ik geen flauwe notie had waar we
uithingen, waar we naar toe gingen of ergens bovenop zouden knallen. Terecht
dat de instructeur bleef zeggen: “blijf niet alsmaar binnen kijken. Het gebeurt
buiten, niet binnen”. Ook dat is een zinsnede die een brede geldigheid heeft.
In politiek en maatschappij heerst een neiging om te kijken naar de vierkante
centimeter, naar wat vlak voor onze neus is. Maar we vergeten te kijken naar
het grote geheel, naar waar we met zijn allen werkelijk naar toe gaan en of we
ergens tegenop zullen knallen…..
Vast en zeker ben ik niet
de enige die zich heeft afgevraagd hoe een instructeur tewerk gaat: hij legt met
eindeloos geduld zijn leerling uit hoe hij het vliegtuig moet laten landen, hoe
hij op het goede moment de flare moet inzetten, neusje wat omhoog, afronden,
koers houden, met de voeten rechthouden, eventueel een vleugel wat lager om te
corrigeren voor de crosswind en dan rustig doorzakken. Het is heel wat om een
vliegtuig netjes en gecoördineerd aan de grond te zetten. Hoe laat je als
instructeur stap voor stap dat proces aan je leerling zien en voelen en wanneer
“laat je hem gaan”?
Mijn uiterst ervaren instructeur
zei eens: een goede instructeur kijkt door de ogen van zijn leerling. En ik
denk dat juist dat de goede instelling is voor een wijze leraar. Wanneer ik
zelf mensen begeleid als coach in beleidstrainingen en crisismanagement denk ik
vaak aan die woorden.
Een belangrijk deel van de
kunst van het vliegen is de kunst om de kist weer netjes, glad en gecoördineerd
weer aan de grond te zetten. We weten allemaal maar al te goed hoe lastig dat
kan zijn. De stress slaat toe als er een schieterige crosswind staat, de
vleugels op short finals zwiepen en de kist onder het glijpad zakt. En we
voelen we een diepe voldoening als we zachtjes doorzakken met klagerig geluid
van de stall-warning en de wieltjes bijna ongemerkt de grond raken, neusje op
de middenlijn van de baan.
Op een zekere druilerige
herfstdag mocht ik op EHHO mee in een operatie formatievliegen met twee
Piaggio’s. Het was de eerste keer dat ik in een Piaggio zat en ik had de
rechterstoel. Het weer was marginaal, de dikke stratus kwam tot
Tot slot
Het mooiste van het
vliegen is het moeilijkst onder woorden te brengen: dat is het gevoel van
ruimte en overweldigende schoonheid. Voor mij is dat speciaal wanneer het “kastelenweer”
is, een heldere blauwe lucht met cumulusbewolking. Juist dan krijgt de lucht
structuur en diepte, juist dan voel je de vrijheid als je tussen die wolken
vliegt, de aarde diep beneden je ziet. Dan kun je één zijn met je vliegtuig en
kun je vliegen als een vogel, een vrije vogel. Hoewel er een ronkende motor
voor je neus zit, kun je juist dan werkelijk de stilte voelen.
Het vliegen is een rijke
bron geweest van avontuur, van levendigheid, vriendschap en ook van wijsheid.
Toch heb ik dit jaar besloten om, na 22 jaar, mijn brevet niet meer te
verlengen. Dit artikel is voor mij dan ook een afsluiting van een fase van mijn
leven, een fase die ik nooit had willen missen.
En ik heb het vertrouwen
dat ik, ook zonder geldig brevet, altijd vlieger zal blijven.
Frits van Vugt
mei 2012