|
Persoonlijk portfolio |
|
|
van |
|
|
Frits van Vugt
|
|
1. Samenvatting |
Leeswijzer |
In 2013 bereik ik de
pensioengerechtigde leeftijd. Ik heb dan bijna 40 jaar gewerkt binnen de
Nederlandse overheid in diverse functies, die allemaal te maken hebben met de
rol van de overheid ten aanzien van diergeneeskunde en wetenschappelijk
onderzoek, met nadruk op het internationale perspectief. Na mijn pensionering wil ik
deze expertise nog verder ten nutte maken. Ik beschik over veel enthousiasme en werklust. Daarnaast beschik ik over
een rijke werkervaring. Dit document is een presentatie van wat ik kan en wat
ik wil. |
1. samenvatting 2. kerncompetenties 3. visie op de toekomst 4. curriculum vitae 5. lijst van recente projecten 6. seminars en trainingen 7. overige activiteiten |
2. Kerncompetenties |
|
De kern van mijn professionele
expertise is dat ik vertrouwd ben met alle aspecten van de veterinaire
overheidsorganisatie. Zowel de internationale veterinaire relaties als de
nationale structuren die samen de Veterinaire Dienst van een land vormen,
behoren tot mijn expertisegebied: beleid en uitvoering, toezicht,
communicatie, laboratoria en het wetenschapsbeleid. Ik heb door de uitbraken
van varkenspest en BSE directe ervaring opgedaan in de aanpak van crises en
met de internationale aspecten daarvan. Mijn kracht ligt in het
internationale werk: ik beweeg me gemakkelijk in internationaal gezelschap,
ik geef even soepel een seminar in het Engels als in mijn moedertaal, even
gemakkelijk voor een gehoor van 10 personen als voor een zaal met 150
aanwezigen. |
Ook het Duits en het Frans
gebruik ik actief. Ik communiceer effectief en
met visie en autoriteit. Wanneer ik als docent optreed
bij seminars en trainingen, hoor ik steevast dat ik een geboren docent ben en
dat ik met charisma en autoriteit spreek. In evaluaties van cursussen, voor
nationaal of internationaal gehoor, voor studenten of hogere ambtenaren,
wordt mijn bijdrage heel vaak gewaardeerd als “beste voordracht”. De
cursisten zeggen dat ik een complexe problematiek inzichtelijk maak en dat ze
in mijn seminars grip krijgen op uiterst ingewikkelde materie en de samenhang
gaan zien tussen veterinaire technische informatie in de context van beleid
en communicatie. Ik beschik over
overtuigingskracht en enthousiasme. Met deze beide eigenschappen kan ik
mensen inspireren en hen op een hoger plan tillen in kennis en inzicht. Ik
ben een sterk conceptueel denker: complexe materie kan ik zodanig
structureren, dat er samenhang in ontstaat. Deze samenhang helpt mensen om
hun weg te vinden in de technische en beleidsmatige details. Deze capaciteiten van mij
komen niet alleen tot uiting in gesproken woord: ik heb ook een sterke
communicatie in het geschreven woord. |
Een flexibele en creatieve
opstelling is voor mij karakteristiek. Ik ben in staat om over barrières van
taal en cultuur een band van vertrouwen te kweken, de gesprekspartner
waardering te geven van zijn eigenheid en in te gaan op zijn wensen en
randvoorwaarden. Improvisatie en flexibiliteit,
de bereidheid om in te spelen op geheel onverwachte ontwikkelingen, maken dat
ik in staat ben om leiding te geven aan grote internationale projecten. In de
afgelopen tien jaren heb ik me geheel zelfstandig ontwikkeld tot één van
meest ervaren projectleiders van grote Europese samenwerkingsprogramma’s
(twinningen). Veterinaire diensten van andere landen melden zich aan om onder
mijn leiding mee te doen aan dergelijke projecten. In de afgelopen jaren heb
ik leiding gegeven aan een tiental van dergelijke government-to-government projecten,
waarmee een budget van in totaal ruim 10 miljoen Euro was gemoeid. Een
belangrijke reden voor mijn succes in deze projecten is dat ik een
“totaal”pakket kan aanleveren: als projectleider mobiliseer ik deskundigen
uit het netwerk dat ik heb opgebouwd, binnen en buiten Nederland, maar
daarnaast lever ik ook zelf een wezenlijke inhoudelijke bijdrage: als
adviseur op veterinair technisch gebied, maar vooral ook in bestuurlijke en
beleidsmatige zaken. |
Seminar
in Cairo |
Bezoek aan een destructor in Roemenië (Twinning) |
Projecten worden aan mij als
projectleider gegund op basis van mijn persoonlijke betrokkenheid, méér dan
op basis van mijn positie als vertegenwoordiger van de Nederlandse diensten. In de landen in oostelijk en
zuidelijk Europa spelen persoonlijkheid en vertrouwen een veel grotere rol
dan in West-Europa. In termen van
projectmanagement liggen mijn kwaliteiten vooral in de initiërende fase: het
ontwikkelen van concepten en kaders, het inspireren en enthousiasmeren. Ik
laat me daarbij niet weerhouden door detailproblemen. |
3. Visie op de toekomst |
|
In deze fase na afsluiting van
mijn loopbaan als overheidsambtenaar, wil ik mij in het bijzonder inzetten in
een coachende en inspirerende rol. Ik kan daarbij gebruik maken van het
overzicht en de rijke ervaring die ik heb opgedaan in de vele posities en
projecten waarin ik heb gewerkt. Ik lever mijn bijdrage vanuit
een meer reflexieve rol: ik denk sterker in processen, dan in de concrete
waan van de dag. Ik ben geïnteresseerd geraakt in de motivering en
persoonlijke beweegredenen van de mens in zijn functie. Een organisatie is
immers zo sterk als de motivering van de mensen die er werken. Mijn interesse blijft sterk
uitgaan naar het internationale veld. Mijn persoonlijke inspiratie haal ik
uit mijn overtuiging dat het essentieel is om bruggen te bouwen tussen mensen
en naties en dat ieder land, ieder volk recht heeft op een transparante en
eerlijke overheid. |
Mongolië: op bezoek bij een
nomadische veehouder |
4. Curriculum
vitae |
|
In 1948 werd ik in Dordrecht
geboren en ik groeide daar op. Ik verliet deze stad na het afronden van
Gymnasium bèta. In 1967 startte ik aan de Rijksuniversiteit in Utrecht met de
studie diergeneeskunde; in 1973 studeerde ik af en in 1977 volgde de promotie
tot Doctor (Ph D) aan de Faculteit der Diergeneeskunde. Aansluitend begon mijn
loopbaan bij het Ministerie van Landbouw: - van 1977 tot 1987 bij het
Centraal Diergeneeskundig Instituut (Lelystad), als bacterioloog, hoofd van
de afdeling vaccinproductie. - van 1987 tot 1991 als
adjunct directeur van het Instituut voor Veevoedingsonderzoek (Lelystad) - van 1991 tot 1996 als
secretaris Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek en Directie
Wetenschap en Technologie - van 1996 tot 2001 als plv
directeur Milieu, Kwaliteit en Gezondheid, tevens plv directeur Veterinaire
Dienst (plv Chief Veterinary Officer) - van 2001 tot heden:
projectleider internationale samenwerking. Mijn loopbaan is begonnen in
het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek op de Universiteit. De positie
bij het Centraal Diergeneeskundig Instituut gaf me de gelegenheid ervaring op
te doen in de rol van een veterinair referentielaboratorium. In die periode
heb ik me intensief bezig gehouden met de bouw en constructie van het nieuwe
instituut in Lelystad. Tevens deed ik vanuit dit instituut mijn eerste
ervaring op in het internationale werk: ik deed onder meer projecten in
Zambia, Marokko en India, over vaccinproductie en over de rol van
overheidslaboratoria in de veterinaire infrastructuur. |
De overstap naar het Instituut
voor Veevoedingsonderzoek verbreedde mijn gezichtsveld ten aanzien van
wetenschappelijk onderzoek voor de dierlijke productie. De uitnodiging om de
overstap te maken naar de Directie Wetenschap en Technologie, tevens
Secretariaat van de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek was daarop
een logisch vervolg. Ik had de verantwoordelijkheid voor de sturing en
prioriteitsstelling in het wetenschappelijk onderzoek in de sector dierlijke
productie en diergezondheid en welzijn. In deze periode speelde ik een
centrale rol in de discussie over de ethische aanvaardbaarheid van genetische
modificatie bij dieren. Deze discussie kwam op scherp te staan in de
politieke arena met de bekende stier “Herman”. In 1996 werd ik benoemd tot
plv directeur van de veterinaire beleidsdirectie in het Ministerie van LNV,
tevens plv Chief Veterinary Officer. Deze functie omvatte ook de wettelijke
competenties als plv Directeur Veterinaire Dienst. In deze jaren maakte ik
intensief mee wat dierziektebestrijding is: de klassieke varkenspest
teisterde Nederland en de BSE-crisis brak uit. In deze jaren heb ik ruime
ervaring opgedaan in de overlegcircuits in Brussel en ik voerde met vele
landen bilaterale onderhandelingen over veterinaire exportvoorwaarden. Sinds 2001 geef ik vorm aan de
internationale samenwerking in institution building. Nederland was op dit
vlak in de sector veterinaire volksgezondheid en diergezondheid niet actief.
Ik heb dit gebied ontgonnen en Nederland op de internationale kaart gezet. In
dit werk maak ik dankbaar gebruik van de brede institutionele en inhoudelijke
ervaring die ik in mijn loopbaan heb opgebouwd. Diezelfde ervaring is de
basis wanneer ik optreed als docent en lecturer in internationale seminars. |
5. Lijst van recente grote projecten |
|
In 2001 ben ik geheel
zelfstandig vanuit de veterinaire beleidsdirectie van LNV begonnen met het
organiseren van de Nederlandse deelname aan projecten onder het
Twinning-programma van de Europese Commissie. De filosofie van dit programma
is dat twee overheden een samenwerking aangaan, aan de ene zijde een
EU-lidstaat, aan de andere zijde een “beneficiary country”, dat is een land
dat ernaar streeft lid te worden van de EU of een status te verkrijgen als
geassocieerd land. De beneficiary country moet daartoe de wetgeving en
operationele procedures harmoniseren met die van de EU. In projecten onder
het Twinning-programma verleent de EU subsidie om in de beneficiary country
te werken aan capacity building en institution building: ik heb mij gericht
op projecten in de sector veterinair en voedselveiligheid. Daarin gaat het om
het aanpassen van wetgeving, het opzetten van structuren en procedures binnen
de overheid, zodat voedselveiligheid en diergezondheid kunnen worden
gegarandeerd conform de EU-normen. Voor projecten onder het
Twinning-programma geldt een inschrijvingsprocedure: de EU-lidstaten die een
project willen uitvoeren, moeten concurreren met andere geïnteresseerde
landen. In de uitvoeringsfase staat het project onder directe leiding en
verantwoordelijkheid van de projectleider. In de beneficiary country wordt
vanuit de EU-lidstaat een coördinator gevestigd voor de volle looptijd van
het project en er worden deskundigen gezonden voor één of enkele weken, die
als specialist informatie en instructie verstrekken aan de collega’s van de
beneficiary country. Een twinningproject is doorgaans een grote onderneming,
met een budget van 0,5 tot ruim 2 miljoen €. Aan de zijde van de EU-lidstaat
is dan ook vrijwel altijd een consortium gevormd, waarin een aantal binnen-
en buitenlandse instellingen deelnemen. |
Een twinningproject is
doorgaans een grote onderneming, met een budget van 0,5 tot ruim 2 miljoen €.
Aan de zijde van de EU-lidstaat is dan ook vrijwel altijd een consortium
gevormd, waarin een aantal binnen- en buitenlandse instellingen deelnemen.
Twinning
seminar in Boekarest |
|
In onderstaande tabel is een
lijst weergegeven van de EU-twinningprojecten waaraan ik leiding heb gegeven.
Ik heb deze projecten binnengehaald in concurrentie met andere EU-lidstaten,
ik heb ze gestructureerd in een operationeel werkplan en ik had voor deze projecten
de volledige verantwoordelijkheid als senior projectleider: de
seniorprojectleider is voor het gehele project verantwoordelijk: zowel de
bijdrage van het “eigen” land, als voor die van de andere landen in het
consortium. In de projecten nrs 1, 5 en 11 vervul(de) ik de rol van
juniorprojectleider. Onder mijn directe verantwoordelijkheid
is voor ruim € 12 miljoen aan EU-subsidie besteed. Alle projecten van de lijst,
(behoudens 13 en 14 die nog niet zijn afgerond), zijn tot volle tevredenheid
verlopen en de doelen zijn in ruime mate gehaald. |
De projecten in de lijst betreffen het
EU-twinning-programma.
Daarnaast heb ik ook projecten geleid onder het Nederlandse
bilaterale programma.
Nr |
Land |
Samenwerking |
Projecttitel |
Looptijd |
Budget in € |
1 |
Hongarije |
Frankrijk |
Food Hygiene
& Animal Welfare HU/2000/IB/AG/01 |
Van aug 2001 – looptijd 18 maanden |
1.400.000, |
2 |
Roemenië |
Verenigd Koninkrijk |
Strengthening the
capacity to manage the veterinary acquis |
Van okt 2001 – looptijd 22 maanden |
800.000 |
3 |
Roemenië |
Griekenland |
Development &
strengthening of the administrative capacity to take over the acquis
communautaire in the field of animal nutrition |
Van okt 2003 – looptijd 24 maanden |
2.300.000 |
4 |
Slowakije |
--- |
Support on market
surveillance in Consumer and Health Protection (SR01/OT/02) |
Van nov 2002 – looptijd 14 maanden |
350.000 |
5 |
Bulgarije |
Griekenland |
Improvement of the diagnostic system for animal health control &
improvement of feeding stuffs and feed additives control (BG/02/IB/AG/03) |
|
|
6 |
Bulgarije |
Denemarken |
Strengthening Food Safety
Policy (BG/2003/IB/FI/04) |
(20 maanden) |
900.000 |
7 |
Tjechië |
-- |
Comprehensive Training
with Respect to Risk Management and Communication (CZ04/IB/AG/01) |
2006, looptijd 6 maanden |
350.000 |
8 |
Roemenië |
Duitsland |
Development and strengthening
of the Romanian National Sanitary Veterinary and Food safety Authority:
Establishment of a Veterinary epidemiological Unit |
2005-2006; looptijd 22
maanden |
1.200.000 |
9 |
Roemenië |
Duitsland |
Development
and strengthening of the veterinary services in compliance the EU
requirements RO05-200/IB/AG01 |
Mei 2007 – Dec 2008 (18 maanden) |
900.000 |
10 |
Roemenië |
Duitsland |
Strengthening the
institutional capacity of the National Sanitary Veterinary and Food Safety
Authority – Further improvement of the Implementation and official control
measures concerning animal by-products (ABP) and animal welfare (RO/2007/IB/AG/01) |
Mei 2009 – Juni2010 (12 maanden) |
700.000 |
11 |
Egypte |
Frankrijk |
Animal Disease Monitoring
and Control Policies and Practices in (EG/07/AA/HE/08) |
Nov 2008 – April 2011 (29 maanden) |
1.600.000 |
12 |
Oekraine |
Denemarken |
Support for the Ukrainian
veterinary services in enhancing the legal and technical aspects of the food
safety control system (UA/08/PCA/HE/15) |
Juni 2009 – mei 2011 (22 maanden) |
1.260.000 |
13
& 14 |
Armenie en Servië |
Denemarken |
Als coach en adviseur begeleid ik Twinningprojecten op
het gebied van Food safety and veterinary policy & control |
Jan 2012 - present |
|
6. Seminars en trainingen |
|
Een volledige lijst van de
seminars die ik gegeven heb is nauwelijks informatief. Het gaat om ruim 5 tot
10 seminars per jaar, op uitdrukkelijke uitnodiging van de organisatoren. De onderwerpen van mijn
seminars zijn divers: - BSE: beleid, communicatie en
internationale aspecten - varkenspest: bestrijding en
ervaringen in beleid en bestuur - voedselveiligheidsbeleid:
hoofdlijnen van beleid en uitvoering, internationale context, communicatie - voorbereiding op een
dierziektecrisis - de organisatie en opzet van
projecten in de internationale samenwerking. |
In 2001 heb ik samen met de
toenmalige Keuringsdienst van Waren een drieweekse cursus opgezet voor
ambtenaren en inspecteurs uit de “nieuwe EU-lidstaten”. Deze cursus is zeer
succesvol gebleken en heeft nu al 12 maal plaats gevonden. Uiteraard is het
programma aangepast en ook is de logistieke ondersteuning in handen van
Wageningen Universiteit gekomen. Niettemin ben ik nog steeds een key-note
speaker in het programma. Volgens dit format heeft Wageningen nu ook een
cursus over dierziektebestrijding opgezet en ook daarin geef ik een seminar
en leid ik de afsluitende forumdiscussie. Aan de Faculteit der
Diergeneeskunde heb ik colleges gegeven aan studenten van zowel lagere jaren
alsook in de afrondende fase van de studie. Naast de onderwerpen die hierboven
zijn genoemd, heb ik ook colleges gegeven over de carrièremogelijkheden voor
dierenartsen bij de overheid. |
7. Overige activiteiten |
|
Ik vind het van belang te werken aan persoonlijke ontwikkeling. Ik heb een opleiding als
psychotherapeut (hypnotherapie) afgerond en als begeleider van systemisch
werk (beter bekend als familieopstellingen). Ik heb zowel individuele
therapie gegeven, alsook met groepen van 10 tot 30 mensen gewerkt. Deze
activiteiten houden mij scherp in het werken met mijn intuïtie en bieden de
gelegenheid mijzelf verder te ontwikkelen in communicatieve vaardigheden. Ik
ervaar het als een verrijking en een belangrijk complement aan mijn “normale”
werk. Het houdt mij een kritische spiegel voor en dwingt mij tot reflectie op
mijn functioneren in relatie tot medemens en werk. In de loop van de jaren heb ik
deze vaardigheden meer en meer geïntegreerd in mijn werk in de internationale
projecten: aandacht voor de dieperliggende motivatie van de mensen en
aandacht voor de processen die zich afspelen in organisaties en in de
maatschappij. Vertrouwen en wantrouwen, autoriteit en communicatie spelen
immers een grote rol in de wijze waarop het beleid van de overheid in de
maatschappij uitwerkt. Buiten het werk heb (en had)
ik twee belangrijke passies: Bijna 25 jaar beschikte ik
over een vliegbrevet (full PPL: private pilots’ license). Het vliegen heeft
me veel gegeven. In 2010 liet ik mijn brevet verlopen omdat ik mijn ogen niet
meer geheel vertrouw. Vliegenier blijf ik in hart en nieren. Lichaamsbeweging vind ik in
joggen. |
Aan de stuurknuppel van een Piper-Archer |
|
|
Document Versie mei 2012. |
terug naar Inhoudspagina: klik hier |